1
(P)referentiële
opvoeding en begeleiding
van a tot z
12-delige
wetenschappelijke encyclopedie
Deel 1 : A - El
Accent op communicatie en eigen dynamiek
Hoofdredactie: Jo Franck
2
INDEX DEEL 1 ENCYCLOPEDIE
Voorstelling encyclopedie 9
Visie, objectief en realisatie, waar om heen
Anders kijken, anders doen 65
Hoe een kind een situatie of gebeuren ervaart, zal in
sterke mate zijn reactie bepalen.
Assertiviteit jongerenthema 75
Assertiviteit is de mate van zelfvertrouwen en sterkte in
je omgang met je omgeving. Het is iets wat je in zekere
mate hebt en wat je verder tot ontwikkeling kan laten
komen.
Hoe de balans positief houden ? 98
Op sommige dingen kan je rekenen. Op andere niet. Hoe
als ouder de balans gunstig doen overhellen ?
Pro-actieve ontwikkelingsbegeleiding 105
Opvoeden is meer dan belonen of straffen. Je kan als ou-
der ook pro-actief iets aanbieden waarop je kind gunstig
kan reageren.
Begrenzers wie of wat stopt me ? jongerenthema 146
Als jongere kan je voor de opgave staan jezelf af te rem-
men en te begrenzen.
3
Van beheersings- naar beïnvloedingscultuur 158
Wat blijft over van de context waarin ik werd opge-
voed ? In welke context de opvoeding plaatsen die ik
mijn kind geef ?
Belang van sociaal netwerk 163
Opvoeden doe je als ouder niet alleen.
Belonen 170
Belonen doe je om gedrag aan te moedigen. Hoe doe je
dit concreet in de praktijk ?
In je bereik ! jongerenthema 181
Vaak voel je je als jongere machteloos. Is dit steeds zo?
Betekenisontwikkeling kind 189
Er is heel wat te leren om voor zichzelf als kind beteke-
nissen te ontdekken en betekenissen te geven. Nog
meer is dit om betekenissen te leren kennen die voor an-
deren tellen.
Buffers als bescherming 201
Buffers zorgen voor veiligheid. Ze laten ons toe onveilig-
heid tijdig op te merken. Hoe kinderen hiervoor sensibi-
liseren ?
Burn-out als ouder voorkomen 210
Hoe als ouder vóórkomen dat je er onderdoor gaat ?
Welke signalen tijdig opmerken ? Hoe reageren ?
4
Uit het centrum 223
Wat als een kind zich niet langer met de gezinsgroep ver-
eenzelvigt ?
Circulaire beïnvloeding 232
Wat je zegt of doet kan een reactie zijn op je kind. Je re-
actie kan dan weer voor het kind het uitgangspunt wor-
den waarop het op zijn beurt reageert.
Claimgedrag, veel aandacht vragen 254
Elk kind heeft behoefte aan aandacht. Hoe hier mee om-
gaan zo het kind veel aandacht vraagt ?
Wat kan coaching voor me doen ? jongerenthema 270
Als jongere is nog veel een droom en te realiseren. Ont-
dekken hoe dit waar te maken, via welke wegen en met
behulp van wat en wie, kan je aardig op dreef helpen.
Cognities in de opvoeding 275
Cognities - als wat je van iets maakt - bepalen je reageren
als ouder. Dit is ook zo voor het kind - wat het van wat je
zegt en doet maakt - bepaalt zijn reageren.
Cognitieve schema’s en opvoeding 289
De ontwikkeling van het kind gaat samen met de ontwik-
keling van cognitieve of kenschema's. In de opvoeding
kan het kind geholpen worden met de opbouw en invul-
ling van cognitieve schema's.
5
Communicatieve benadering 317
Hoe op een open wijze over en weer met je kind praten
in een open klimaat als onderdeel van je opvoeden ?
Communicatieve ontwikkeling kind 321
In de opvoeding is er veel aandacht voor taal- en ge-
dragsontwikkeling van het kind. Minder aandacht is er
voor hoe communicatie zich ontwikkelt bij het kind.
Voor een duidelijke communicatie 338
Praten met je kind is niet steeds gemakkelijk. Een duide-
lijke communicatie kan meer kansen bieden.
Fase-eigen communicatie 351
Communicatie wat iemands doen in de realiteit verge-
zelt, vraagt om een vooraf, tijdens en achteraf samen-
praten dit overeenkomstig de onderscheiden communi-
catiefasen.
Een goed contact met mijn kind 361
Elke ouder wil een goed contact met zijn kind. Wat houdt
dit in een goed contact ?
Containment en holding in de opvoeding 376
Kinderen kunnen behoefte hebben aan iemand die hun
emoties weet te omvatten en de nodige steun en be-
scherming kan bieden.
6
Van co-regulatie naar zelfregulatie 385
Volwassenen spelen via het interactief proces van co-
regulatie een essentiële rol bij het vormgeven en on-
dersteunen van de zelfregulerende ontwikkeling van
het kind. Zelfregulatie als de vaardigheid om vat te krij-
gen op emoties, behoeften en gedrag en ze te sturen.
Deconstructie & constructie in de opvoeding 40
Deconstructie is in gedachten wat beter niet bij elkaar
hoort uiteenhalen. Constructie is in gedachten wat helpt
en kansen schept bij elkaar brengen.
Deelgroepvorming 415
In een groep kunnen deelgroepen ontstaan. Dit biedt
kansen, maar houdt tegelijk risico's in.
Welke delen en kanten aanspreken ? 424
Elk van ons heeft delen die actief kunnen worden en kan-
ten die kunnen aangesproken. Hoe deze delen en kanten
aan bod laten komen ?
Aan denken 435
Een denken kan aan of uit staan. Staat het aan dan gaat
een grote invloed hiervan uit op gedrag en ervaren van
het kind.
Ken- & denkontwikkeling 449
De ken- en denkontwikkeling helpt het kind steeds beter
op vragen en uitdagingen te antwoorden.
7
Denken over je opvoeden 458
Brengt denken over je opvoeden je in verwarring, of
biedt het juist een meerwaarde ?
Doordenkertjes 478
Ruimte om even stil te staan bij je opvoeden, kan hel-
pen je vrij te maken voor nieuwe inspiratie.
Activeringsdialoog 483
Je wil dat iemand bij voorkeur zo iets waarneemt en zo
reageert. De ander gaat hier wel of niet op in.
Directe en indirecte benadering 494
Je ouderhandelen direct richten op het gedrag van je
kind of indirect richten op wat het omringt ?
Afstand houden en doorgaan 502
Soms gaan gedachten, gevoelens, herinneringen en
waarnemingen van jezelf of je omgeving je hinderen.
Hoe afstand houden en toch doorgaan ?
Draagkracht & -last van het gezin 512
Ook het gezin heeft een zekere draagkracht en kan een
zekere draaglast aan. Deze fluctueren in de tijd.
8
Druggebruik kind 530
Niet eenvoudig vandaag als ouder tegengaan dat je kind
in contact komt met drugs. Wat kan je preventief doen
en hoe kan je reageren ? Hoe met je kind praten, eigen
krachten aanspreken en steun bieden rond drugge-
bruik ?
Van druk tot aantrekking 545
Welke alternatieven zijn er voor druk ?
Het kind onder druk 563
Elk kind ervaart druk. Druk is een signaal dat om aan-
dacht vraagt van ouder en kind.
Externe en interne druk 572
Aan externe druk voegt een kind nog interne druk toe.
Hoe vermijden dat de druk te hoog wordt ?
Omgaan met druk van je kind 582
Een kind oefent gemakkelijk druk uit voor wat het wil of
niet wil. Hoe hier als ouder mee omgaan ?
Voor een gunstige dynamiek 600
Een ongunstige dynamiek kan je kind erg in de weg
staan. Een gunstige dynamiek kan je kind op weg helpen.
Eetproblemen bij kinderen 609
Niet steeds verloopt het eten van het kind vlot. Aan wat
denken en hoe reageren als ouder ?
9
Voorstelling
encyclopedie
Visie, objectief en realisatie
De encyclopedie (p)referentiële opvoeding en begelei-
ding van a tot z biedt ondersteunende opvoedingsinfor-
matie voor gezin en school. Dit gebeurt in de vorm van
een thematische interactieve methodische benadering.
Ze richt zich op opvoeders (ouders, kindbegeleiders,
leerkrachten, leerlingbegeleiders, opvoeder-begelei-
ders, hulpverleners) én jongeren. De encyclopedie tracht
op een modulaire wijze wetenschappelijke psycho-peda-
gogische inzichten en methodieken op basis van de aller-
Deze encyclopedie biedt ondersteunende opvoe-
dingsinformatie voor gezin en school.
De behandelde opvoedingsthema’s zijn ook te vin-
den op : www.opvoeding.be. Deze zijn vrij toeganke-
lijk.
10
laatste (neuro)wetenschappelijke onderzoeksbevindin-
gen te vertalen naar concrete gezins- en schoolcontex-
ten toe. Het is een initiatief van het vormings- en onder-
zoekscentrum psychcom-research vzw te Hove (Antwer-
pen) : info@opvoeding.be.
De focus ligt in de encyclopedie op opvoeding van het
kind en op begeleiding in zijn dubbele betekenis. Bege-
leiding, enerzijds van kinderen waarbij minder expliciete
nood is aan opvoeding, zoals heel jonge kinderen, die
meer vragen om ontwikkelingsstimulering; of oudere
kinderen, die meer vragen om coaching. Begeleiding,
anderzijds van ouders in de vorm van ouderbegeleiding,
met vooral aandacht voor ouders als persoon en hun be-
leving van ouder zijn. Zo is er in de encyclopedie aan-
dacht voor kind opvoeding, jonge kind begeleiding, jon-
geren- of adolescentenbegeleiding en ouderbegeleiding.
Er zijn thans reeds 600 specifieke alfabetisch geordende
thema-onderdelen over ontwikkeling, opvoeding en be-
geleiding beschikbaar die elk op zich staan. Dit stemt
overeen met ongeveer 6000 pagina's informatie in boek-
formaat. De thema-onderdelen zijn opgenomen in een
alfabetisch geordende databank die de encyclopedie
vormt. Alle thema-onderdelen zijn tegelijk ook voor In-
ternet, cd-rom en usb ontwikkeld en te vinden op
www.opvoeding.be.
11
De encyclopedie vaart een onafhankelijke koers en heeft
als enige doelstelling waardevolle wetenschappelijke
educatieve inzichten en methoden ter beschikking te
stellen voor een ruim doelpubliek, in het bijzonder voor
ouders, leerkrachten én jongeren. Vastgesteld kan wor-
den dat slechts een deel van deze inzichten en metho-
den in de opvoedingspraktijk terug te vinden zijn. Veelal
wordt teruggevallen op telkens dezelfde benaderings-
wijzen. Deze encyclopedie wil mee deze leemte trachten
te vullen.
In de thematische onderdelen wordt gekozen voor een
competentiebevorderende benadering. Dit zowel voor
ouders en opvoeder-begeleiders als voor kinderen en
jongeren. Er is zowel aandacht voor de manier van den-
ken, voor de manier van structureren en organiseren, als
voor de manier van handelen. Dit zowel voor de ouder,
de leerkracht, het kind en de jongere. Gezocht wordt
nieuwe manieren van denken, ordenen en omgaan in
opvoeding en ontwikkeling toe te voegen. Zo kunnen
meer mogelijkheden beschikbaar gesteld en kan er wel-
licht gerichter op concrete situaties in opvoeding en ont-
wikkeling ingespeeld worden. De nadruk komt hierbij
niet zozeer te liggen op hoe problemen op te lossen,
maar op hoe door eigen verworven competenties vanuit
verworven eigen en gedeelde kracht problemen te voor-
komen. Anders gezegd, is er niet zozeer een gericht zijn
op hoe zwakten te overwinnen, maar hoe sterkten te
verwerven. Zo kan wellicht een verhoogde zelfsturing en
12
-regulatie als individu en als (gezins)groep binnen een
groter geheel mogelijk worden. Zo wordt getracht pre-
ventief in het gewone opvoeden in de gewone omgeving
heel wat te ondervangen, iets wat ook wel 'normalise-
ren' wordt genoemd. Uiteindelijk wil het het opvoe-
dingscomfort zowel voor ouder als kind verhogen, zodat
de onderlinge interactie vlotter verloopt en er meer en
gemakkelijker resultaat in de gewenste richting wordt
bereikt. Zo moet er niet meer, maar net minder.
In elk van de ontwikkelde thema-onderdelen wordt kwa-
liteit vooropgesteld. Hiertoe worden een aantal kwali-
teitscriteria gehanteerd waaraan elk onderdeel moet
voldoen. Deze kwaliteitscriteria zijn o.m. :
* wetenschappelijke onderbouw
* informatief
* thematisch
* procesgericht
* handelingsgericht
* contextgericht
* krachtgericht
* meta (omgangs)gericht
* gebruiker-gecentreerd
* inclusief
* overzichtelijk
* situerend
* methodisch
13
* interactief
* authentisch
* ervaringsgericht
* begrijpbare taal
* breed doelpubliek
* minimale voorkennis vereist
* illustratief
* vernieuwend
* coherent
* competentieverhogend
* gemakkelijk toegankelijk
* genderinclusief taalgebruik
* podcast vriendelijk
De inhoud is zo toegankelijk mogelijk gehouden, toch is
deze bijzonder. De kwaliteitscriteria moeten hier borg
voor staan.
Zo wordt getracht informatie onmiddellijk beschikbaar
te stellen zonder drempel en zonder met de eigen situa-
tie naar buiten te hoeven komen. Maar integendeel met
respect voor de eigen situatie en eigen kwetsbaarheid en
op een vrijblijvende wijze zonder engagement. Hierbij
wordt vermeden een gevoel van tekortschieten te wek-
ken, of aanwezig vertrouwen in gevaar te brengen.
Informatie aanreiken speelt een sleutelrol. Het moet
toelaten meer bewust te worden van eigen gedrag en
mogelijke reactie erop. Het idee is dat door meer be-
wust of anders naar een opvoedingssituatie te kijken,
ook een meer bewuste of passende opvoedingsreactie
14
mogelijk wordt. Door het opgenomen interactieve ele-
ment in elk onderdeel wordt getracht te laten aankno-
pen bij de ouder of leerkracht en bij het eigen ervaren.
Zo wordt geprobeerd hen toe te laten een nieuwe erva-
ring op gang te brengen die een zekere evolutie kan in-
houden. Hierbij is er niet steeds een focussen op wat als
ouder te kunnen doen, maar ook of vooreerst een focus-
sen op wat het kind nodig heeft om zich te ontwikkelen.
Zo ouders uit te nodigen tot denken en niet de klemtoon
te leggen op het eigen opvoedingsgedrag, maar op het
uitgaan van de situatie voor de ouder. Om zo als ouder
gemakkelijker te kunnen komen tot oplossingen, zonder
te blijven hangen in zich herhalende opvoedingspatro-
nen die het ouder-zijn bemoeilijken. Alzo ouderhandelen
niet enkel en zozeer waar te nemen als bepaald door ei-
gen opvoeding, maar als resultaat van een complex sa-
menspel van situatie, kind en ouder. Hierbij is het be-
langrijk voor de ouder uit te gaan van eigen situatie en
handelen, het eigen verhaal en ervaren, en de eigen
kracht, en hier plaats en ruimte voor te bieden. Zoals
een gevoel van kunnen, dat soms omslaat in onmacht.
Of gevoelens van blijheid en affectie, die samengaan met
gevoelens van droefheid en afstand. Of aandacht en
zorg voor zichzelf als uitgangspunt om aandacht en zorg
te kunnen geven aan het kind. Of het weten van het hoe
als ouder niet te claimen, maar een samen met kind zoe-
ken naar het hoe.
Fundamenteel psychologisch en pedagogisch onderzoek
15
neemt thans zo een vaart dat ze verplicht tot het her-
schrijven van een aantal educatieve inzichten en bena-
deringswijzen. In deze encyclopedie wordt voor ouders
en leerkrachten getracht dit voor een aantal thema's te
doen.
Als ouder of leerkracht verwacht je veel van de omgeving
als steun in je taak als opvoeder. Gemakkelijk heb je het
gevoel op anderen te willen rekenen. Van de omgeving
en de samenleving verwacht je de nodige hulp. Die bij-
drage ontbreekt evenwel gemakkelijk, of dit gevoel heb
je althans. In de thema-onderdelen wordt nagegaan wat
je zelf kan doen om slechts minimaal de gevolgen hier-
van te ervaren. Vaak zal je als ouder of leerkracht vast-
stellen dat het toch voor je rekening is en dat wat jij doet
net het verschil kan maken. In de thema-onderdelen
wordt getracht je hierbij hulp en steun te bieden.
Als ouder en leerkracht kan je nu en dan, vaak meer dan
je verwacht, in handelingsverlegenheid komen. Dit gaat
gemakkelijk gepaard met een gevoel van machteloos-
heid. Je hebt geen invloed op het kind, terwijl het steeds
weer met dezelfde problemen te maken krijgt. Een niet
meer weten alsof geblokkeerd. Niets krijg je nog in be-
weging op geen enkele manier. Je kennis en vaardigheid
als ouder en leerkracht dreigen dan tekort te schieten.
Veelal verwacht je iets van het kind wat niet lukt. Het ge-
vaar bestaat dan van het kind onder druk te zetten, met
nog meer risico op niet lukken. Laat je het zo, dan vrees
16
je dat iets nooit zal veranderen, en dat tegelijk het kind
een krachtig middel aangereikt krijgt dat mogelijk nog in
frequentie toeneemt en het kind het finaal misschien
wel van je zal overnemen. Gemakkelijk val je dan terug
op je eigen opvoeding, of doe je beroep op je onmiddel-
lijke omgeving, familieleden of vrienden. Maar ook dan
blijkt gemakkelijk dat je geen bruikbare aanwijzingen
krijgt.
In de thema-onderdelen wordt getracht vooral inzicht-
bevorderende, handelingsgerichte en contextueel ge-
linkte informatie te geven. Informatie die vooral uitlegt
hoe iets zou kunnen gebeuren. Welke de aanwezige pro-
cessen zijn en hoe er op zou kunnen ingespeeld worden.
Hierbij wordt aandacht besteed aan het aandeel van elk
en van wat aanwezig is, en welke de inbreng van elk en
van wat aanwezig is zou kunnen zijn. Vandaag beseffen
ouders meer dan voorheen dat ze het niet altijd weten
en het niet steeds zien zitten. In de media vertellen ze
ronduit hierover, zonder schroom. Dit geeft herkenning
niet de ideaalouder te hoeven zijn en zoekend te kunnen
zijn. Tegelijk blijken ouders vandaag gemakkelijker over
te hellen naar iets meer strikter zijn om niet in hande-
lingsverlegenheid te komen. Mogelijk zit het hoger
leeftempo hier voor iets tussen. Geduldig zoeken en
aanmoedigen vraagt immers meer tijd. Mogelijk ook
houdt het verband met het volgens sommigen ontstane
17
onevenwicht van te weinig directief, soms te overgedul-
dig zijn en een te veel ruimte laten aan het kind bij een
niet weten.
Veel ouders hebben zich voorgenomen plezier te bele-
ven aan en met hun kind. Dit blijkt al snel minder gemak-
kelijk dan verwacht. Als ouder vertoon je gemakkelijk
handelingsonzekerheid. Of het zo wel kan, of je het zo
best kan aanpakken. In de encyclopedie wordt getracht
deze onzekerheid te verminderen vanuit het aanreiken
van zicht op de kansen en risico's van eigen handelen.
Ook in het aangeven welk handelen in een concrete op-
voedingssituatie meer kansen biedt met minder risico's.
Zo wordt het eigen handelen bevestigd of geoptimali-
seerd, of worden bruikbare alternatieven voor het eigen
handelen aangereikt. Uitgaande vanuit het eigen hande-
len wordt aangegeven hoe het nog meer optimaal kan
worden. Eerder dan het eigen ouder- of leerkrachthan-
delen in vraag te stellen wordt gezocht hoe het een
meerwaarde te kunnen geven. Hierbij wordt rekening
gehouden met de snel evoluerende tijd met steeds
nieuwe mogelijkheden en uitdagingen, waardoor opvoe-
den een steeds complexere opgave wordt. De encyclo-
pedie wil helpen in deze toenemend complexe realiteit
aan kracht te laten winnen voor ouder en kind door he-
dendaagse antwoorden te zoeken. Zodat beiden kunnen
vinden wat bij hen past en hen meer kansen geeft, zodat
ze het niet opgeven, of hen niet in overdrive brengt. De
bedoeling is dus zeker niet ouders onzeker te maken en
18
te verzwakken, maar veeleer ouders aan vertrouwen te
doen winnen en te versterken aan de hand van weten-
schappelijke inbreng. Als ouder kan je, bijvoorbeeld, ne-
gatieve gedachten en gevoelens tegenover je kind ont-
wikkelen, waardoor je gemakkelijk verstard en vast komt
te zitten. Door te zoeken hoe je anders met deze ge-
dachten en gevoelens kan omgaan en andere gedachten
of gevoelens kan activeren, laten dit meer soepelheid
toe, staat iets minder in de weg en komt er ruimte voor
verandering en een andere reactie. Zo kan je van waar
je van weg wil, overstappen naar waar je naartoe wil. Zo
kan je volop aandacht geven aan je groeimogelijkheden.
Ook de jongere wordt in deze encyclopedie als volwaar-
dige partij of steakholder in het opvoedingsgebeuren be-
schouwd. Het is tenslotte om hem of haar dat het in de
opvoeding draait. Hij of zij wordt beschouwd als een ac-
tieve agent die mee het opvoedingsgebeuren kleurt en
er mee inhoud en vorm aangeeft als agency of invloed.
Dit impliceert aandacht voor keuze-vrijheid, handelings-
ruimte en persoonlijk gekleurd bestaansrecht. Dit blijkt
alleen al uit de leeftijds- en genderspecifieke benadering
in de opvoeding. Zo zijn er thema-onderdelen die zich
specifiek richten tot de jongere en een informatieve hulp
willen bieden bij zijn ontwikkeling. Ze kregen de vermel-
ding jongerenthema.
In de opvoeding is het ook de jongere die in zijn handelen
specifieke opvoedingsvragen stelt met het oog op zijn
19
ontwikkeling. Opvoedingsvragen waar het opvoedings-
aanbod van de omgeving best zo goed mogelijk op kan
aansluiten. Zo zijn beide, jongere en volwassene, tegelijk
betrokken. Er wordt hierbij uitgegaan van de eigenheid
van elk kind en elke jongere. Eigenheid die voor elk
vraagt om een eigen opvoedingsbenadering.
Deze insteek van kind en jongere kan ook voor de vol-
wassene het perspectief openen meer bewust te wor-
den van wat opvoedings- en ontwikkelingsprocessen
voor het kind en de jongere betekenen. Wat ze voor hen
inhouden, hoe iets door hen wordt ervaren en hoe zij
hierop reageren en invloed trachten uit te oefenen.
Dit kan bijdragen tot een kindreflex bij de volwassene,
van wat het eigen handelen en de aanwezige situatie im-
pliceren voor het kind. Iets wat vraagt om voelsprieten
van hoe iets is en overkomt voor het kind of de jongere
van de geboden en ervaren opvoeding. Op die manier
kan vermeden dat de veiligheid en het welbevinden van
het kind in het gedrang komen en kunnen ze zo gewenst
worden hersteld met de nodige ondersteuning. Dit komt
onder meer aan bod in de thema-onderdelen : opvoe-
dingsstress bij het kind, als het niet meer lukt tussen je-
zelf en je kind en mijn mama of papa verliezen gemakke-
lijk hun geduld. Iets wat zo een eigen bezorgdheid als
ouder kan naar voor halen waaraan te willen werken. Zo
komt het kind in beeld en wordt duidelijk waaraan aan-
dacht te kunnen besteden.
20
Er wordt In dit werk dan ook veel aandacht besteed aan
de kwetsbaarheid van het kind. Een kind is veelal zelf
niet in staat de kwaliteit van de gekregen zorg en opvoe-
ding in te schatten. Veelal tracht het zich aan de zorg-
en opvoedingssituatie en -omstandigheden aan te pas-
sen en eruit te leren om zo optimaal mogelijk in die om-
geving te functioneren en er zich in te ontwikkelen. Niet
enkel het kind maar vaak ook de ouder beseft onvol-
doende het mogelijk gemis aan aanwezige kwaliteit. Is
de gekregen zorg en opvoeding problematisch, dan kan
het kind dit veelal bewust niet duiden, maar vertoont het
wel gevoelsmatige en gedragsreacties die wijzen op aan-
wezige mogelijk chronische stress in de weinig passende
context voor het kind en zijn ontwikkeling. Het werk
schenkt aandacht aan deze kinderstress en mogelijke ge-
voelsmatige en gedragsreacties om hier zo mogelijk pre-
ventief wat aan te doen, zodat er betere functionerings-
en ontwikkelingskansen voor het kind kunnen ontstaan.
Meer specifiek tracht het via het aanreiken van een meer
optimale leef- en ontwikkelingsomgeving met een meer
passende begeleiding en opvoeding wat aan te doen.
Het biedt er informatie en een omkadering voor. Zo kan
wellicht vermeden dat er veel onmacht ervaren wordt
vanuit de kant van de ouder(s) en het kind met niet pas-
sende wederzijdse reacties tot gevolg. De aangereikte
informatie moet toelaten elk te situeren in wat er ge-
beurt, wat elk doet en wat mogelijk is. Vandaar informa-
tieve opvoedingsondersteuning.
21
Als ouder werk je bewust of onbewust naar zelfregulatie
van je kind toe. Voor wat het kind zelf nog niet kan, zorg
je als ouder voor co-regulatie. Co-regulatie die het kind
helpt en ondersteunt om steeds meer zelfregulatie te
weten ontwikkelen. Vooral de wijze waarop iets kan of
lukt zal aandacht krijgen bij co-regulatie, dit om het kind
te helpen de weg te vinden naar zelfregulatie. Het is in
het bijzonder deze wijze van regulatie die in deze ency-
clopedie aandacht zal krijgen. Hoe jonger het kind hoe
meer co-regulatie nodig zal zijn, hoe ouder hoe meer
zelfregulatie van het kind mogelijk wordt. Hoe jonger het
kind hoe belangrijker ook de co-regulatie, dit om te ver-
mijden dat het kind een stap of facet in zijn ontwikkeling
mist met gevolgen voor later. Co-regulatie blijkt hierbij
op twee manieren te werken. Eén, waarbij de ouder het
kind bijbrengt zelf de weg te vinden. Twee, waarbij het
kind de ouder helpt de weg naar hem of haar te vinden.
Wordt het kind ouder hoe meer naar zelfregulatie toe
kan gewerkt. Zoals hoe zelf omgaan met ervaren emo-
ties, hoe blijven communiceren, hoe zichzelf blijven in
een groep, hoe omgaan met verwachtingen en realitei-
ten, hoe zich wapenen tegenover risicosituaties en hoe
ontmoete problemen tegemoet gaan en weten oplos-
sen.
Vanuit het perspectief van de brede leefomgeving wordt
het kind emancipatorisch, empowerend en participatief
benaderd, zodat het optimaal tot zijn recht komt als een
22
authentiek iemand met eigen betekenisgeving en ac-
tieve inbreng, die een volwaardige plaats inneemt in zijn
leefomgeving. Een brede leefomgeving dat daartoe de
nodige middelen en bescherming biedt.
Deze tweezijdige benadering is vrij nieuw omdat meestal
enkel het volwasseneperspectief wordt ingenomen bij
het opvoeden, alsof enkel zij bepalend is voor het opvoe-
dingsgebeuren. Door te denken in termen van opvoe-
dingsprocessen verandert dit perspectief naar beide op-
voedingsactoren toe, jongere en volwassene en hun we-
derzijdse interactie en relatie. Zo is elk opvoedingsge-
beuren door het aandeel en de interactie van volwas-
sene en jongere uniek. De meeste van de thema-onder-
delen zijn dan ook op beide gericht als volwaardige part-
ners in het opvoedingsgebeuren.
Opvoeding is in die zin dubbel gelaagd. Enerzijds is er de
ontmoeting van ouder en kind als twee gelijkwaardige
wezens die hun leven samen delen, op een egale wijze
met elkaar omgaan, op elkaar betrokken zijn en samen
groeien aan elkaar. Met ook oog voor een ontmoeting
met de bredere omgeving van het gezin. Dit vormt de
ethische dimensie en vraagt om een respectvolle en so-
lidaire omgang. Anderzijds is er de begeleiding van de