1
(P)referentiële
opvoeding en begeleiding
van a tot z
12-delige
wetenschappelijke encyclopedie
Deel 2 : Em - Ge
Accent op gedragsomgang en welzijn
Hoofredactie: Jo Franck
2
INDEX DEEL 2 ENCYCLOPEDIE
Emotie- en zelfregulatie 10
Wat doen wanneer emoties het dreigen over te nemen
van jezelf ?
Delen van emotioneel ervaren 21
Hoe en waartoe wil iemand een emotioneel ervaren de-
len ?
Emotionele competentie-ontwikkeling 28
Het is voor de ontwikkeling van een kind belangrijk dat
het leert omgaan met zijn emoties.
Intro emotionele intelligentie 50
Hoe goed weet je rekening te houden met eigen gevoe-
lens en gevoelens van anderen.
Empowerment 56
Empowerment gaat uit van de krachten die iemand bezit
en hoe deze te laten toenemen.
Een dimensie meer, een dimensie minder 62
Soms ontbreekt iets in de relatie ouder-kind, soms is iets
te veel.
3
Het enneagram in de opvoeding 76
Het enneagram laat toe te achterhalen waar het voor je
als ouder of voor je kind in je gedrag vooral om draait.
Het maakt duidelijk of je elkaar gemakkelijk vindt in in-
teractie en hoe hier meer toe te kunnen komen.
Anders omgaan met eigen ervaren 101
Kinderen met problemen hebben niet steeds alleen of
zozeer problemen met de realiteit, maar ook met hoe ze
de realiteit ervaren en er mee omgaan.
Ervaringbiedende en begrenzende benadering 108
Hoe eigen ervaring laten opbouwen binnen een veilige
omgeving.
Escalatie voorkomen 116
Een conflict dreigt soms sneller uit de hand te lopen dan
je had verwacht. Je staat dan voor de moeilijke opgave
het tij te keren.
Wat eten stoort ? 131
Het eetgedrag van een jongere wordt vaak grondig ver-
stoort. Wat ligt aan de basis en hoe hieraan verhelpen ?
Evenwicht in de opvoeding ? 144
Een denken in termen van evenwichten in en tussen wie
en wat in de opvoeding kan een meerwaarde inhouden.
4
Extern in relatie tot intern 153
Je relatie als ouder met je kind gaat niet meer zozeer uit
van principes maar van wie je kind is.
Hoe extremen vermijden ? 160
Als ouder kan je omgang met je kind soms een extreme
vorm aannemen. Hoe komt dit en hoe kan je dit
vermijden ?
(Faal)angst 176
Heel wat kinderen krijgen af te rekenen met (faal)angst.
Hoe dit ondervangen ? Wat kan het kind zelf doen ?
Emotioneel automatisme of feitelijk realisme 185
Als ouder loop je gemakkelijk op de feiten vooruit. Je ma-
nier van denken vervormt de realiteit. Wat hieraan te
kunnen doen ?
Filosoferen met ouders 200
Analoog aan 'filosoferen met kinderen' kunnen ouders
zich op een pretentieloze wijze meer bewust worden van
hun denken naar vorm en inhoud.
Functionele en intentionele benadering 223
Als kind kan je tot ontwikkeling komen in de spontane
alledaagse omgang met je ouders. Soms is een meer
doordachte en gerichte omgang nodig.
5
Gebruik van druk en afstand 233
Wanneer je niet de gewenste reactie bekomt, ben je ge-
makkelijk geneigd naar druk en afstand te grijpen. Wat is
je kans op succes ?
Gedoseerde omgang 240
Een gedoseerde omgang met situaties en problemen,
en met jezelf, anderen, je relatie, de context en je voor-
stellingen in die situaties en met die problemen biedt
een kans op meer zelfregulatie.
Gedrag wordt gedragen 250
Gedrag doet zich zo maar niet voor. Het is stevig onder-
bouwd met wat voorheen verworven.
Gedragsblokkering 286
Spanningen leiden gemakkelijk tot spanningsgevoelens.
Gevoelens die uiteindelijk het gewenste gedrag blokke-
ren en ongunstig gedrag in de plaats doen ontstaan.
Gedrags- of onderliggende oriëntatie 300
Als voor je als ouder iets niet kan, ga je dan in tegen het
gedrag of de onderliggende mening, gevoelens of be-
hoeften van je kind ?
Emotionele en gedragsproblemen bij kinderen 307
Als het een kind niet goed gaat, kan je dit uit heel zijn
doen merken.
6
Mijn mama of papa verliezen gemakkelijk hun geduld
jongerenthema 343
Wat doen als kind als je mama of papa gemakkelijk hun
geduld verliezen ?
Het geheugen van het kind 357
Het geheugen van een kind is bij de geboorte min of
meer een onbeschreven blad. Alles wat het meemaakt,
verneemt en ervaart, slaat het op een of andere manier
op voor later.
Klein geleerd, groot toegepast 389
Sociale ervaringen in eigen kring zet de jongere om tot
sociale kennis die zijn later gedrag in de samenleving
kenmerkt.
Zo geleerd ! 394
Kinderen leren niet alleen iets op school, ook thuis wordt
op zeer diverse wijzen iets geleerd.
Gender (schema)ontwikkeling 410
De identiteit die het kind opbouwt wordt mogelijk beïn-
vloed door de genderschema's van meisje-zijn en jon-
gen-zijn die het ontwikkelt op basis van zijn ervaringen.
7
Gerichte gespreksvoering 421
In beïnvloedende gesprekken met elkaar kan je je als ou-
der of kind richten op elkaars motivatie, op elkaars infor-
matie, op elkaars betekenisgevingen, of op elkaars keu-
zes en beslissingen.
Aandacht geven 430
Als ouder stel je jezelf gemakkelijk de vraag welke aan-
dacht je kind te geven.
Welk gevoel ? 440
Het gevoel dat het kind ontwikkelt, staat vaak niet los
van wat het in contact met zijn omgeving ervaart.
Voor een goed gevoel 452
Sommige jongeren hebben gemakkelijk te maken met
negatieve gevoelens. Hoe gaan ze er mee om ? Hoe kan
hulp geboden ?
Geweld en haar context 467
Geweld kan niet los gezien worden van haar context.
Context waarin spanning of afstand aanwezig is.
Geweld in en uit de opvoeding 476
Duiken problemen op in het opvoedingsgebeuren, dan
kan nagegaan of niet een of andere vorm van geweld
aanwezig is.
8
Geweldproof 483
Geweld doet zich niet steeds voor als een handelen, het
is vaak ook een situatie, of het is een manier van denken
die aan de basis ligt.
Bronnen ouderlijk gezag 490
Hoe zeggingskracht over je kind hebben ? Dit kan door-
dat het kind van je kan leren, verwacht wordt dat je in-
staat voor het kind, je het kind kan belonen of straffen.
Tenslotte omdat je kind wil worden zoals jij en je kind
naar je refereert in zijn ontwikkeling.
Gezagsdoserende benadering 496
Deze benadering zoekt een evenwicht tussen leidingge-
ven en zelfstandigheid stimuleren.
Gezinscommunicatieve schema’s 501
Gezinsleden maken bij hun communicatie gebruik van
schema's met een zekere oriëntatie op openheid en con-
formiteit.
Werken aan je gezinscommunicatie 512
Zo de communicatie tussen ouder en kind minder vlot
verloopt of oppervlakkig blijft, kan je werken aan onder-
liggende communicatie schema's.
De gezinsgroep in een ander teken 524
De veranderingen die zich in de samenleving voordoen,
zijn ook in het gezin terug te vinden. Ook in je gezin ?
9
Opvoedingsondersteuning als gezinsondersteuning 531
Opvoedingsondersteuning neemt soms de vorm aan van
gezinsondersteuning. Dit is omdat ouders de opvoeding
van hun kind wel zouden aankunnen, maar de gezinssi-
tuatie het hen niet toelaat.
Ontstaan van gezinsschema’s 536
Zoals gezinsleden het gezin kennen, zo reageren ze er
emotioneel en gedragsmatig naar.
Wijzigen van gezinsschema’s 551
Door kennis over het gezinsfunctioneren te wijzigen,
ontstaat de mogelijkheid tot minder spanning en con-
flict.
Een gezin : vele vormen en inhouden jongerenthema
559
Elk gezin is net weer anders, zowel in samenstelling als
naar inhoud. Wie telt en wat telt ?
Diversiteit in het gezin 566
Steeds meer is er aandacht voor verscheidenheid ook
binnen het gezin en hoe deze verscheidenheid in te pas-
sen in het geheel.
10
Emotie- en
zelfregulatie
EMOTIES EN JEZELF
Niet steeds gemakkelijk voor je kind of voor jezelf als ou-
der, wanneer je merkt dat je je zelfcontrole dreigt te ver-
liezen. Je bent mogelijk zo opgewonden, of zo bang, zo
boos of zo teleurgesteld dat je emoties je dreigen te
overspoelen en het van je over dreigen te nemen.
Mocht je je gevoel op een schaal van één tot tien kunnen
weergeven, je zou hoog uitkomen. Mocht je tegelijk je
beschikbare kracht op eenzelfde schaal kunnen weerge-
ven, je zou laag uitkomen. Het gevoel is groter en sterker
dan jezelf, zo dreigt dit het van je over te nemen. Er is
nog weinig plaats voor iets anders. Tegelijk dreigt het
ook je reactie te bepalen, er is nog weinig weerwerk van
je mogelijk.
Wat doen wanneer emoties het dreigen over te ne-
men van jezelf ?
11
Onmiddellijk stelt zich de vraag hoe dit niet te laten ge-
beuren en zelf nog greep te hebben op je ervaren met
de situatie en op je reactie erop.
Concreet kan je dit bewerkstelligen door enerzijds je
emotie niet te hoog te laten oplopen en door anderzijds
zelf voldoende veerkrachtig te blijven. Zodat de verhou-
ding ervaren emotie en beschikbare veerkracht in het
voordeel is van het laatste. Jij voelt je voldoende opge-
wassen tegen met wat je te maken krijgt. Je draagkracht
is voldoende groot om de draaglast waarvan je emotie
een uiting is, aan te kunnen.
OMGAAN MET EMOTIES EN JEZELF
Concreet kan je hier aandacht aan geven door enerzijds
je emotie te visualiseren en anderzijds ook je veerkracht.
Zo kan je je ervaren emotie weergeven op een schaal van
0 tot 10. Zo ook kan je je aangevoelde veerkracht weer-
geven op een schaal van 0 tot 10. Eventueel kunnen ou-
ders dit samen met en voor hun kind doen.
12
Op deze wijze krijg je een precies zicht op je ervaren be-
lasting uitgedrukt in je emotieniveau en je beschikbare
draagkracht uitgedrukt in je veerkrachtniveau. Zo krijg je
ook precies hoogte wanneer een adempauze te moeten
voorzien omdat je zelf niet meer opkan tegen wat er in
je omgaat en je zo elke zelfcontrole dreigt te verliezen.
Je beschikbare draagkracht is dan te klein of te zwak ge-
worden tegenover de aanwezige draaglast die te groot
of te zwaar is geworden. Als je niet meer opkan tegen
jezelf tegen wat er in je omgaat, zal je ook niet gemakke-
lijk opkunnen tegen de aanwezige situatie en ook niet te-
genover anderen in die situatie. Je emotie is dan groter
dan jezelf en heeft mogelijk de leiding van je overgeno-
men.
Meest ideaal is er voor te zorgen dat je emoties zo laag
mogelijk blijven en dat je veerkracht zo hoog mogelijk
wordt. In elk geval er voor te zorgen dat je emotieniveau
13
steeds lager is dan je veerkrachtniveau. En zo dit niet zo
is, eerst je emotieniveau te verlagen en je veerkrachtni-
veau te verhogen, vooraleer verder te gaan. Zo niet ver-
lies je gemakkelijk de controle over jezelf, maar ook over
de situatie en tegenover anderen in die situatie. De situ-
atie dreigt dan gemakkelijk te escaleren, met alle gevol-
gen van dien, zowel voor de anderen, maar ook voor je-
zelf.
E m o t i e a f n a m e
Om te weten wat emotieverlagend werkt, is het goed
even stil te staan bij wat emotieverhogend werkt. Dit zijn
mogelijk aanleg, of stress-gevoeligheid ontwikkeld in de
eerste kinderjaren, en overmatige en langdurige stress
in het nu. Niet enkel de effectieve stressfactoren in de
buitenwereld, ook de wijze waarop je met die stressfac-
toren omgaat en wat je in jezelf oproept hierbij, werken
emotieverhogend.
Zo kan je om je emoties te verlagen en voldoende laag
te houden rekening houden met je gevoeligheid vanuit
aanleg of vanuit je verleden. Zo kan je ook best vanuit de
actuele situatie indien mogelijk overmatige en langdu-
rige stress zo veel mogelijk trachten te vermijden. Dit kan
je preventief proberen te doen door tijdig dingen aan te
pakken en zo dit niet kan reactief je aanpak zoveel mo-
gelijk trachten te spreiden en zeker niet alles samen te
laten komen. Naast het doseren van wat op je afkomt,
14
kan je zelf proberen er zo goed mogelijk mee om te gaan,
dit door geen onnodige spanningen in jezelf op te wek-
ken. Dit kan je door te kiezen voor helpende gedachten,
voor ondersteunende herinneringen, voor gunstige
voorstellingen, voor het bewandelen van een positief
spoor gebruik makend van wat werkt, eerder dan terecht
te komen op een negatief spoor, vanuit wat ontbreekt of
niet blijkt te werken.
Ingrijpen op emotietoename begint met het tijdig onder-
kennen ervan, zodat je actie kan ondernemen. Dit kan
door in tijd en ruimte enige afstand in te bouwen, een
rustpauze, bijvoorbeeld, of even uit de situatie proberen
stappen, bijvoorbeeld, en daar zonodig tijd en ruimte
voor te vragen. Dit kan ook door de actie- en reactiespi-
raal met je omgeving waarin je mogelijk terecht geko-
men bent, even te onderbreken. Dit kan door ofwel min-
der te reageren op elkaar waarbij je anders te veel van
elkaar afhangt, of in het ander geval net minder zelfac-
tief gedrag te vertonen en meer op elkaar te proberen
inspelen. Dit kan ook door enige ruimte en afstand te
winnen tegenover je gevoelens en mogelijk gekoppelde
gedachten, zodat ze niet onmiddellijk reactiebepalend
zouden zijn. Zo kan je kijken naar en denken over je ge-
voelens en aanwezige gedachten en ze ofwel beschou-
wen als maar gevoelens en maar gedachten zonder on-
middellijke of volledige realiteitsgehalte, of kan je via
een ander kijken en denken trachten komen tot andere
15
gevoelens en andere gedachten. Je gevoelens en ge-
dachten zijn dan een gegeven, dat je via je mentale pro-
cessen tracht te beoordelen en te wijzigen zodat ze een
groter realiteits- en bruikbaarheidsgehalte verwerven.
Kom je er zelf niet uit, dan kan je je gevoelens en gedach-
ten trachten delen met elkaar en dit op een niet beschul-
digende of niet aanvallende wijze. Het gaat in je voorstel-
ling om een moeilijkheid die bespreekbaar is. Om zo te
zien waarin je elkaar kan vinden en wat bruikbaar is naar
elkaar toe.
Gevoelens doseren is evenwel iets anders dan aan je ge-
voelens voorbijgaan, waardoor ze anders gemakkelijk
gaan toenemen. Gevoelens zijn zowat steeds een signaal
dat iets in gevaar komt. Door hier voor jezelf en samen
met elkaar wat aan te doen, kan het signaal afnemen en
meteen je emotieniveau. Je kind of jijzelf als ouder kan,
bijvoorbeeld, boos worden omdat je ervaart dat er te
weinig naar je geluisterd wordt. Je kan dan nagaan hoe
je beter beluisterd zou kunnen worden, bijvoorbeeld,
door tijdig iets aan te geven, of door wat kan en wat je
verwacht beter op elkaar af te stemmen. Nuttig is ook de
verschillende mogelijke emoties precies te weten her-
kennen. Bijvoorbeeld, was je teleurgesteld, angstig, op-
gewonden of boos. Elk van deze emoties verwijst naar
iets anders, dit omdat onderliggend een andere be-
hoefte aanwezig is. Bijvoorbeeld, iets loslaten, ietwat af-
stand nemen, hulp vragen, doorzetten. Tenslotte kan je
trachten een zekere tolerantie te ontwikkelen tussen
16
wat je opmerkt - als wat je van een waargenomen situa-
tie maakt - en wat je verwacht, wenst, wil bereiken, ver-
kiest of nodig hebt. En zo het verschil of de afstand welke
aan de basis ligt van bepaalde emoties, aan te kunnen.
Je wil er, bijvoorbeeld, bijhoren maar vindt je geen res-
pons. Door dit gevoel van isolatie of afwijzing tijdelijk te
accepteren, kan je nieuwe inspanningen doen, zodat
aansluiting alsnog mogelijk wordt en je negatieve gevoe-
lens kunnen verdwijnen.
V e e r k r a c h t t o e n a m e
Om te weten wat veerkrachtverhogend werkt, kan het
nuttig zijn even stil te staan bij wat veerkrachtverlagend
werkt. Dit zijn mogelijk aanleg, negatieve ervaringen uit
het verleden des te meer naarmate ze op jongere leeftijd
voorkwamen, of actuele situatie-eigen factoren. Zo kan
ziekte ondermijnend zijn, of emotionele kwetsbaarheid,
of gebrek aan begrip en steun vanuit de onmiddellijke
leefomgeving.
Hoe gunstiger iemands ontwikkeling verloopt, hoe meer
kracht en sterkte iemand weet te verwerven. Je voelt je
geborgen en gesteund, je kan steeds op anderen terug-
vallen. Belangrijk is zo ook begrip en steun bij jezelf te
kunnen vinden.
17
Gunstige ontwikkeling betekent ook kunnen beschikken
over zich nog steeds verder ontwikkelende competen-
ties. Zoals weten en kunnen omgaan met anderen, met
problemen, en met zichzelf. Zoals toenemend sociaal en
communicatief vaardig zijn, zoals beschikken over con-
flict- en probleemoplossende vaardigheden, zoals sa-
men met anderen zijn en tegelijk voldoende zelfstandig
weten zijn, zoals kunnen rekenen op opgebouwd ver-
trouwen en geloof in anderen, in dingen en in zichzelf,
zoals weten omgaan met uitgelokte emoties en opko-
mende gedachten.
Ontbreken die dingen in de werkelijkheid dan kan je via
praten met jezelf toch proberen zoeken hoe ze te over-
bruggen. Concreet kan dit door ondersteunend en aan-
moedigend met jezelf te praten. Zo kan je eventueel ko-
men tot andere toegekende betekenissen, tot het bij-
stellen van je verwachtingen, en tot het behoud of her-
winnen van een zeker optimisme.
Dreigt je veerkracht af te nemen, dan kan je vooral door
zelfactief dingen te ondernemen naar buiten maar ook
naar jezelf toe ze weer op peil trachten te krijgen. Dit kan
je door te praten met je omgeving, maar ook met jezelf.
Dit kan je ook door stapsgewijs dingen te ondernemen
samen en alleen die elk sterker maken en de situatie of
moeilijkheid meer hanteerbaar.
18
Dreigt je veerkracht af te nemen dan kan je ook trachten
voldoende realiteitszin en soepelheid te hanteren die
maken dat je gemakkelijker met iets weet om te gaan.
Dreigt je veerkracht af te nemen, dan kan je alles wat
ballast is en niet werkt achterwege laten en je richten op
alles wat behulpzaam is en wat werkt en beschikbaar is.
S a m e n e n a l l e e n
Kom je er alleen niet uit, dan kan je het altijd samen pro-
beren en zien of de ander of een niet onmiddellijk be-
trokken iemand een bijdrage kan leveren. Zodat je ster-
ker komt te staan en zo meer aankan. Vermeden moet
evenwel worden dat ouders de emotie- en zelfregulatie
van hun kind over nemen. Bijvoorbeeld door het kind te
verplichten van gevoelens op te bergen. Of door het kind
onder druk te zetten om niet flauw te doen. Zo leert het
kind niet zelf tot emotie- en zelfregulatie te komen, zo
leert het ook geen vaardigheden die hiertoe bijdragen.
Beter is samen met het kind te zoeken naar manieren
hoe het zijn emoties en zelfgevoel kan reguleren.
Soms zal je als kind of als ouder dingen met jezelf moe-
ten afspreken. Vooral wanneer ze in werkelijkheid ont-
breken, kan je ze via je manier van omgaan met de din-
gen proberen te bereiken. Zo zal je soms je emotie wan-
neer deze erg groot dreigt te worden in je ervaren, moe-
ten milderen, door ze, bijvoorbeeld, tot de helft terug te
19
brengen. Zo zal je soms je zelfvertrouwen moeten op-
krikken, dit door meer de leiding te nemen en voor jezelf
je zelfgevoel en je reactie te bepalen, los van wat de om-
geving uitlokt. Zo meer de bron bij jezelf leggend in
plaats van ze buiten je te plaatsen. Deze zelf geacti-
veerde voorstelling van rustiger te zijn en meer aan te
kunnen, kan dan mogelijk als zichzelfwaarmakende ver-
wachting, je handelen en ervaren kleuren en meebepa-
len. Door een nog te realiseren spoor te bewandelen,
kan je zo kansen creëren en maken dat wat je je voorstelt
werkelijkheid kan worden. Deze zelf geactiveerde voor-
stellingen kan je oproepen vanuit eerdere ervaringen
waarin je rustig was en je je sterk en krachtig voelde.
Deze ervaringen liggen mogelijk in je herinnering opge-
slagen als je goedgevoel deel in tegenstelling tot je on-
zelfzeker deel, of als je sterke kant in tegenstelling tot je
zwakke kant. Door dit zelfzeker deel en je sterke kant op-
geslagen als een geheugenschema, te activeren, win je
aan mogelijkheden.
OMGAAN MET EMOTIES EN JEZELF TOEGEPAST
Geef met de lichtgroene strook je gewenste emotie- en
veerkrachtniveau aan. Geef met de donkergroene strook
het werkelijke emotie- en veerkrachtniveau weer. Ga
voor jezelf na wat te kunnen doen om het verschil tussen
het wenselijk en het aanwezig niveau te kunnen over-
bruggen. Luk je er zo in het emotieniveau beneden het
20
veerkrachtniveau te krijgen en verder te houden? Behoud
je voldoende de leiding en controle?
21
Delen van
emotioneel ervaren
Hoe verloopt dit delen van emotioneel ervaren ?
Je kind of jijzelf als ouder kan mogelijk te maken krijgen
met een situatie of gebeuren dat je emotioneel erg aan-
grijpt en heel wat in je losmaakt. Als kind maar ook als
volwassene heb je er dan erg veel behoefte aan bij ie-
mand te kunnen zijn en te kunnen vertellen wat er was
en gebeurde.
Voor het jonger kind tot acht jaar is dit bijna steeds één
of beide ouders. Vanaf acht jaar komen er ook broers of
zussen of een vriend bij om zijn emotioneel verhaal aan
te doen. Voor adolescenten en volwassenen gaat het om
de kring van vertrouwden, zoals ouders, broers en zus-
sen, vrienden en partner. Wie professioneel is of niet
Hoe en waartoe wil iemand een emotioneel ervaren
delen ?
22
vertrouwd of onbekend, wordt niet gemakkelijk geko-
zen. Hechtingsfiguren of de vervangpersonen ervan, zo-
als later de partner, worden dus gekozen om een emoti-
oneel ervaren mee te delen.
Naargelang van de getoonde emoties zullen zij vooral re-
ageren met praten en vragen stellen, hun mening uiten
en betekenis geven. Dit is het geval zo wat vertoond
wordt matig is. Is wat emotioneel getoond wordt erg uit-
gesproken, dan zal minder met woorden worden gerea-
geerd en zal meer nonverbaal gedrag worden aange-
wend, zoals aanraken, lichaamscontact en ander hech-
tingskenmerkende uitingen. Kenmerkend is dat je als
vertrouwenspersoon zelf emotioneel beroerd wordt en
erge emoties kan ervaren bij het beluisteren van het
emotioneel ervaren, dit in verhouding tot de ontmoete
emoties. Hoe open ook voor een emotioneel ervaren,
toch zijn er grenzen aan. Dit komt door de eigen gewekte
negatieve gevoelens van angst, verdriet of walging. Zo
neemt de mate van beschikbaarheid af. Dit uit zich mo-
gelijk in minimaliseren en in afremmen van praten en
luisteren.
Erover willen praten volgt heel snel na het emotioneel
ervaren, meestal nog dezelfde dag. Het herhaalt zich in
de dagen en weken, tot zelfs maanden nadien, naarge-
lang de intensiteit van de aanwezige emoties.
23
Iets kan je zelf overkomen zijn als kind of volwassene: zo-
als een ongeval of verwonding, of een mislukking of ver-
lies, of een afwijzing of uitsluiting, of een felle discussie
of persoonlijke kritiek, of je kreeg te maken met een ge-
vaar of bedreiging, of je werd geweld aangedaan of
voelde je machteloos of verloren, of iets gebeurde dat je
normale manier van denken en doen op de helling zette,
iets wat je niet had verwacht deed zich voor of iets wat
je had verwacht bleef achterwege. Het kan ook dat je te
maken krijgt met een gebeuren of een verhaal van ie-
mand die iets ergs overkwam en je hiermee confron-
teerde. Veelal ook in je onmiddellijke leefomgeving. Je
bent dan gemakkelijk geneigd wat je vernam nog aan ie-
mand anders vertrouwd door te vertellen. Zoals wat je
kind vertelde dat je wil doorvertellen aan je partner, bij-
voorbeeld.
Dit delen van iemands emotioneel ervaren brengt je mo-
gelijk beiden dichter bij elkaar. Op het einde van de ge-
voelsuitwisseling is er een grotere geneigdheid meer van
elkaar te houden. Zo kan dit een aanwezige band beves-
tigen, hernieuwen of aanhalen.
Waartoe delen van emotioneel ervaren ?
Gemakkelijk wordt verondersteld dat dit delen van een
emotioneel ervaren met iemand, dient om de aanwezige
emoties te ontladen en overheen de opgewekte emoties
24
te komen. Zodat de herinnering aan de situatie of gebeu-
ren niet langer uitgesproken emoties zou opwekken. On-
derzoek lijkt dit tegen te spreken. Praten roept vaak de
emoties terug op samen met lichaamssensaties en her-
inneringen. Ze brengt evenwel geen emotionele verlich-
ting en bevrijdt de herinnering niet van haar emoties. De
reden hiervoor kan zijn dat een emotionele herinnering
belangrijke informatie bevat voor gelijkaardige situaties
in de toekomst. Zodat je een herhaling weet te vermij-
den.
Ook al lijkt erover praten emotioneel weinig beterschap
te bieden, toch kan vastgesteld worden dat iemand die
iets overkwam hierover wil praten en dat dit als positief
en zinvol wordt ervaren. Het wordt actief opgezocht en
gewaardeerd door wie iets overkwam, ook al roept dit
de negatieve ervaring weer op samen met eraan gekop-
pelde emoties en gedachten.
Een emotioneel ervaren beroert ook iemands beeldvor-
ming. De betekenis die een situatie of gebeuren krijgt zo-
als gevaarlijk, zonder controlemogelijkheid of zonder
ontkomen aan, kan mogelijk ook uitdeinen naar een bre-
der betekenisdomein zoals de wereld is onveilig, de ei-
gen hulpeloosheid als individu en de onrechtvaardigheid
van het leven. Zo wordt het beeld van de wereld en van
iemand erin beïnvloed en ondergraven.
25
Vandaar de nood om met de hulp van iemand klaarheid
te scheppen, te begrijpen en te verklaren wat gebeurde,
betekenis te geven en orde te zoeken in wat zich af-
speelde. Dit gebeuren van cognitief begrijpen en orde-
nen is geen individueel gebeuren en vraagt net om delen
met de vertrouwde omgeving. Vertrouwden staan mee
in voor wat veiligheid en steun biedt. Ze helpen een so-
ciale overeenkomst te vinden rond wat de dingen en wat
mensen zijn, en zo een samenhangende subjectieve we-
reld te creëren. Wat cognitief op de helling kwam en als
onaffe cognitieve opdracht naar voor kwam, kan indivi-
dueel maken te willen praten en samen maken het erva-
ren te willen delen. Zo dat verder leven mogelijk wordt
en betekenisvol, niettegenstaande wat gebeurde.
Zo kan een emotioneel ervaren van iemand maken dat
al wie dezelfde beelden, overtuigingen en verwachtin-
gen deelt, voor de opdracht komt te staan het gemeen-
schappelijk betekenissysteem aan te passen en deze op-
dracht af te ronden. Op die manier de gemeenschap up-
to-date te houden wat het emotioneel ervaren van haar
leden betreft.
Zo biedt het praten een besef van erkenning door de om-
geving en een sociale ondersteuning. Het helpt bij het
weer oppakken van het leven en het ondernemen van
nieuwe activiteiten. Het helpt het gevoel van eenzaam-
heid en kwetsbaarheid weg te nemen. Het gebeurde
heeft een plaats gekregen en een betekenis. Als individu