
bij je oproept als gevoel, namelijk irritatie en ga je op
zoek naar wat aan de basis ligt van je gevoel, namelijk de
ontmoete onvriendelijkheid van je kind. In feite ben je
dan veel meer bezig met wat in je omgaat en wat wordt
opgeroepen in je en wat hier aan de basis van kan liggen,
dan dat je bezig bent met wat in je kind omgaat en wat
bij hem of haar wordt opgeroepen en wat aan de basis
hiervan kan liggen bij hem of haar.
In werkelijkheid is het zo dat een situatie bij iemand een
geheel van betekenissen, gevoelens en verlangens op-
roept die aan de basis liggen van wat iemand zegt en
doet. Uit wat iemand zegt zou je dan wat geactiveerd is
aan gedachten, gevoelens en intenties bij de ander moe-
ten kunnen reconstrueren. Op basis hiervan zou je dan
zijn verdere uitlatingen en reacties kunnen anticiperen.
In 'emotieherkenning' en de 'Theory of Mind' (T.O.M.)
wordt dit een vaardigheid genoemd die reeds bij kin-
deren rond de leeftijd van drie jaar opduikt.
Niets steeds is iemand voldoende in staat of neemt ie-
mand voldoende moeite om te achterhalen wat in een
ander iemand omgaat en geactiveerd is en van waaruit
die dit zegt of zo doet. Veeleer is men gefocust op wat er
in zichzelf omgaat en zal men vooral letten op wat in
zichzelf wordt opgeroepen door wat de ander zegt en
doet.